130 jaar geleden in 1894

In 1894 opende Arthur Merghelynck ‘zijn’ Hôtel-Museum. 


Portretfoto van Arthur Merghelynck door Heylbroeck, 1893  

Wanneer het statig herenhuis dat zijn overgrootvader in 1774 had laten bouwen in 1892 terug op de markt komt, aarzelde Arthur Merghelynck niet. Op15 april 1892 werd de koop gesloten. Arthur was nooit van plan om er te gaan wonen: hij bezat immers al een woonhuis op de hoek van de Elverdingestraat en de Leet  in Ieper (waar nu St George’s Memorial church zich bevindt) terwijl hij burgemeester was van Wulveringem waar hij het schitterende waterslot Beauvoorde bewoonde.  

Neen, van het voorvaderlijk huis wou de amateur-historicus een museum maken, gewijd aan de adellijke levensstijl en aan de rol van de adel in de decennia voor de Franse revolutie. Daarvoor liet hij het gebouw restaureren en herinrichten: verflagen werden verwijderd en er kwam een smeedijzeren balkon in rococostijl. Aan de hand van familiestukken, maar vooral met voorwerpen die hij her en der opkocht, richtte hij het museum in als het perfecte, en dus imaginaire 18de-eeuwse herenhuis. Wanneer je het museum bezocht, leek het alsof het huis bewoond was. Daarmee was Arthur Merghelynck eigenlijk een pionier op museologisch vlak: pas in 1898 zou het Parijse Musée Carnavalet overgaan op dergelijke opstelling met stijlkamers.

                               

Via de Ieperse aannemer Henri Fiers zocht arthur Merghelynck een siervaas voor de binnenkoer van zijn museum 

In 1894opende het Hôtel-Museum Arthur Merghelynck de deuren. Nog hetzelfde jaar publiceerde de fiere eigenaar een album met dertig foto’s door de Ieperse fotograaf Hector Heylbroeck. De aankleding was dan nog vrij sober. Maar daar bracht de verwoede verzamelaar die Arthur Merghelynck was, vrij snel verandering in. Uit de Monographie de l’Hôtel-Musée Merghelynck die hij in 1900 publiceerde en uit de vele foto’s die hij later liet nemen, blijkt hoe (overmatig) rijkgevuld het museum in een mum van tijd geworden was.  

     

Hector Heylbroeck: De muzieksalon in 1894                              Hector Heylbroeck: de nog vrij kale traphal in 1894  

Voor Arthur Merghelynck was het museum een belangrijk deel van zijn levenswerk en dat wilde hij graag met de buitenwereld delen. Niet iedereen was echter zomaar welkom: in tegenstelling tot toeristen die altijd welkom waren,  mochten inwoners van de stad Ieper het museum alleen maar bezoeken mits schriftelijke toelating van de eigenaar! De reden: de moeilijke relatie met vele stadsgenoten vanwege een polemiek rond de bewaring van het erfgoed maar vooral vanwege zijn slecht bekeken huwelijk met de dertienjaar jongere serveuse Julienne Flyps in 1895.    


Maurice Antony: het echtpaar Merghelynck op de koer van hun Hôtel-Musée, 1907