2020 Herstelling van een bijzonder stuk, de autoclystère

In het cabinet de toilette van het Merghelynck Museum staan een merkwaardige meubel, de chaise percée. Dat is een eenvoudig model in hout met een bidetschaal in aardewerk. Het plaatsen van de doorboorde stoel in een 'apart' cabinet de toilette is een nieuw gebruik in de 18de eeuw. Daarvoor stonden de stoelen gewoon in de kamer, achter een gordijn. Naast de chaise percée staat de autoclystère of clysopompe. Deze klisteerspuit werd gebruikt bij constipatie, een veelvoorkomende kwaal bij de 18de-eeuwse elite die overvloedig tafelde en nauwelijks beweging had. De buis werd met olie en warm water gevuld. Door op de pin te zitten en te pompen kon men zichzelf bedienen. Het hoeft ons dan ook niet te verwonderen dat het cabinet de toilette soms chambre de misère of miseriekamer werd genoemd.

De klisteerspuit kon meegenomen worden op reis. Alle onderdelen, ook de pootjes, kunnen losgeschroefd worden en in het zitbankje opgeborgen. Daardoor is het wel zeer fragiel. Een op maat gemaakte sokkel zorgt vanaf nu voor een veilige ondersteuning.